This post is also available in: English (Engels)
.
Persoonlijk document met geschiedkundige waarde
Toen ik het boek ‘Laat de Nacht Nooit Eindigen’ van muziekpionier Eddy De Clercq en auteur Martijn Haas in handen kreeg, vroeg ik me af of het nog iets kon bijdragen aan de geschiedschrijving van de ontwikkeling van de dance. We hebben immers ‘Dutch Dance’ en ‘Mary Goes Wild’ nog op de koffietafel liggen. Beide verschaffen een behoorlijk compleet beeld van de evolutie van de dance in Nederland en daarbuiten. Toch is mijn antwoord op bovenstaande vraag volmondig ‘ja’.
‘Laat de Nacht Nooit Eindigen’ is namelijk boven alles een persoonlijk document met geschiedkundige waardebij monde van de ‘godfather van de Nederlandse dance’, zoals hij ook wel wordt genoemd. Puttend uit dagboeken en uit zijn eigen herinneringen, verschaft de van oorsprong Belgische Eddy De Clercq een beeld van zijn leven als kind in de omgeving van Gent – vanaf zijn eerste jeugdherinnering op zijn vierde in Wondelgem, waar hij opgroeide in een streng Vlaams gezin, de moeizame relatie met en van zijn uiteindelijk gescheiden ouders en zijn eigen voorzichtige stappen op het amoureuze vlak.
Decadentie
Zonder enige schroom verhaalt hij over de decadentie in de jaren zeventig van de vorige eeuw in Parijse en Brusselse clubs waar drugs in overvloed werden genuttigd en seksuele escapades in het kader van de vrije liefde openlijk plaatsvonden.
Een bijzondere club op het Vlaamse platteland, The Popcorn, neemt een speciale plek in zijn herinneringen in. De muziekstijl daar was destijds dusdanig de vernieuwend, dat Eddy De Clercq nog vele jaren later tijdens feesten waar hij draait, teruggrijpt op de bijzondere melange van musicalnummers gezongen door crooners, schuifelende jive, obscure soul, jazz, rauwe rhythm & blues, ska, reggae en latin-boogaloo. Hij vertelt hoe hij voor het eerst met de mannenliefde in contact kwam en over zijn ontmoeting met zijn grote liefde Pieter Maarten Rood.
Extravagante inrichting
Uitgebreid krijgen we via Eddy’s persoonlijke relaas een inkijk in de muziekgeschiedenis van de jaren zeventig en tachtig (de laatste ook wel No Future-jaren genoemd in verband met de destijds heersende economische crisis, red.) en natuurlijk de jaren negentig van de vorige eeuw. Van disco naar new wave en punk en naar house. En van Eddy’s eerste echte feesten in de Brakke Grond aan de Amsterdamse Nes tot events in het Miranda Bad, DOX, Marcanti Plaza, natuurlijk zijn legendarische avonden in de RoXY en zijn ervaringen in de wereldberoemde club Studio 54 in New York, ze passeren allemaal de revue. De architectuur en vaak extravagante inrichting van alle clubs uit het verleden wordt tot in de puntjes beschreven. Alle persoonlijke ervaringen ondersteunen op deze manier de beschrijving van de ontwikkeling van de dance in West-Europa, specifiek Nederland en België. Tot en met de komst van aids en hierop volgend de diverse uitgaansmaatjes van vroeger die Eddy De Clercq aan deze ziekte heeft zien bezwijken.
Lijstjes
Een onverwachte verrassing presenteert zich aan het eind van het boek. Per genoemde club heeft Eddy een fijne Top 10 samengesteld. Vanaf de jaren tachtig is elk nummer een feest der herkenning voor ondergetekende – Eddy en ik schelen in leeftijd een muzikale generatie of twee. Desalniettemin kwam ik tracks uit mijn jeugd tegen waar ik in bijna geen kwart eeuw aan had gedacht en die ik nu weer uit de kast heb getrokken. Dank Eddy De Clercq!
