This post is also available in: English (Engels)
Het debuutverhaal van de Nederlandse dancepionier Lucien Foort mag natuurlijk niet in mijn lijst ontbreken. Van rap tot tot rauwe dance! “Met drie overvolle, grote platenkoffers zijn we erheen gereden en mocht ik het proberen.”
“In tegenstelling tot dj’s vandaag de dag ben ik als producer en niet als disjockey begonnen. Sterker nog, ik ben eigenlijk als rapper gestart. Mijn eerste optreden was in 1985 met een rapgroep genaamd The Scene in Club Fame te Dordrecht. De groep bestond buiten mezelf nog uit twee andere jongens en een vriend uit Dordrecht die ook rapte. Hij noemde zichzelf ‘Mister Beauty’ en ik was ‘Crypto D’.”
Rauw en tegendraads
“We hadden een nieuw soort sound die helemaal opkwam. Ik weet niet precies wat het was, maar het was echt gaaf. Rauw en anders dan de riedeltjes die ik op de muziekschool leerde. Eerder tegendraads, schreeuwerig en lekker recalcitrant. Dat wilde ik natuurlijk als jong ventje en het paste perfect bij de puberteit. Daarnaast hadden mijn ouders een gospelkoor. Als mijn oom niet kon meezingen of iemand anders uitviel, moest ik vaak invallen om de baspartijen in te vullen. Dat was weer iets compleet anders en trok me enorm aan.”
Quadrophonia
“In 1988 ging ik in militaire dienst. Dat was toen nog verplicht. Toen ik in 1989 mijn dienstplicht had vervuld, ben ik in een andere groep beland: Funky Tribe. In 1991 traden we met deze band op Noorderslag op. In datzelfde jaar heb ik met Olivier Abbeloos de plaat Quadrophonia uitgebracht. Daarmee heb ik over de hele wereld getoerd. Die track werd snel een grote hit.”
Tactische zet
“Dat ik uiteindelijk ben gaan dj’en, was eigenlijk meer een tactische zet. Ik ben wat dat betreft altijd tamelijk zakelijk geweest. Toen ik als rapper begon, zag ik dat de dj meer geld kreeg. Toen ik vervolgens ging draaien, zag ik dat de producer van de platenfirma nog meer verdiende. Als je zong, kreeg je toentertijd bij wijze van spreken honderd gulden, de dj kreeg er driehonderd en als je de plaat maakte, kreeg je duizend gulden. Zo ging dat bedrag steeds verder omhoog. Toen dacht ik: ‘Als ik hier ooit geld mee wil verdienen, moet ik wel ook omhoog in die hiërarchie’.”
Op eigen kracht
“Ik wilde een business van de muziek maken want ik wilde verder in het leven. Zo ben ik opgevoed. Mijn ouders hebben me altijd meegegeven dat ik mezelf moet blijven ontwikkelen en proberen verder te komen. Zij hielden rekening met het feit dat je als een allochtoon uitziend kind in een blanke wereld opgroeit en dus altijd moet zorgen dat je op je eigen kracht kunt vertrouwen. Soms kun je de wind tegen hebben en dan moet je toch vanuit je eigen kracht en expertises aan de slag gaan. Dat heb ik van mijn moeder met de paplepel ingegoten gekregen.”
Talent
“Ik zit al sinds jonge leeftijd op muziekscholen en in orkesten. De stappen van rapper naar het maken van mijn eigen muziek en naar optreden als dj waren niet zo heel moeilijk. Ik heb gewoon een talent voor muziek, dus dat zat wel goed en maakte het allemaal wat makkelijker. Oké, je moet natuurlijk ook de juiste mensen vinden, een beetje geluk hebben en men moet je iets gunnen.”
Eigenzinnige muziek
“Voorts ben ik begonnen met een paar keer in de Dordrechtse Club Fame te draaien. De meest logische stap voor mij was om in de lokale discotheken aan te haken omdat ik zelf ook daar vandaan kom. Ik draaide daar onder anderen met René van der Weijde (Dave Leatherman/Atlantic Ocean/TFX) en mijn neef Stanley Foort en nog een paar andere gasten. Op een gegeven moment kwam er een jongen naar me toe en zei: ‘Joh, jij draait zulke eigenzinnige muziek, moet je dat eens niet in Rotterdam proberen? In Dordrecht is daar helemaal geen markt voor. Dit moet je echt buiten die stad gaan doen’.”
Carrière
“Na enig nadenken, heb ik Ron Matser opgebeld. Hij was de eigenaar van de toenmalige Rotterdamse Club Carrera, naderhand Club Baja en inmiddels gesloten. Met zijn hulp en die van Willem Seton heb ik uiteindelijk echt een carrière van het draaien gemaakt. Willem Seton ken je misschien als de vader van Joey Seton en als de eigenaar van de Rotterdamse Toffler. Omdat ik met Quadrophonia al bij de opening van Club Carrera had opgetreden, ging dat wat makkelijker.”
Overvolle platenkoffers
“Ik belde Ron dus en zei dat ik het leuk zou vinden om een keer te komen draaien. Hij antwoordde meteen: ‘Kom langs en probeer het maar’. Omdat ik nog geen auto had, heb ik meteen mijn neef Stanley gebeld en gevraagd of hij me alsjeblieft naar Rotterdam wilde brengen.” (lacht) “Met drie overvolle, grote platenkoffers zijn we erheen gereden en mocht ik het proberen.”
Luifeltje
“Dat ging supergoed zodat ik daar op reguliere basis op vrijdagavond draaide. Dit begon met een lege zaal, maar na een maand of zes begon de tent vol te lopen. In ’95 of ’96 heeft Ron me terugbetaald door me op Koninginnedag als resident van Carrera buiten te laten draaien. Dat is toch wel een van mijn meest memorabele boekingen. Op een gegeven moment stonden daar gewoon duizend man buiten onder het luifeltje in de Rotterdamse Karel Doormanstraat. We hadden een zwaar geluidssysteem en ik heb de hele middag mogen knallen. Dat was echt tof! Vervolgens kwam ook Ron en Willems Lunapar erbij en vanaf 1995 ben ik begonnen met professioneel draaien.”
Sasha en Digweed
“Van daaruit ben ik mijn eigen sound als dj gaan verfijnen. Ik merkte dat enkele van mijn platen, waarvan de één dikke techno en de ander meer progressive was, goed aansloegen bij een aantal grote buitenlandse dj’s als Carl Cox, DJ Sasha, John Digweed, Hernan Cattaneo, Jimmy van Malleghem en Chris Fortier. Dat waren hele bekende artiesten die mijn muziek oppikten!”
Exclusief
“In die tijd was internet nog niet superhot dus kreeg ik op een gegeven moment een vage fax van een platenwinkeltje in Engeland genaamd Massive Records. Via die fax hoorde ik dat mijn plaat op nummer 1 stond in hun maandelijkse Top 100. Ik pakte meteen de telefoon. Ze wilden een deal maken: ik zou honderd platen persen, de winkel betaalde er dan 75, maar zou er dan ook voor zorgen dat mijn muziek bij alle dj’s belandde. Dit werd maanden van tevoren gedaan en was dus enorm exclusief. Hierdoor werden mijn platen nog populairder.”
Essential Mix
“Zo bouwde ik langzamerhand mijn eigen draai-imperium op. In 2002 ben ik gevraagd voor een Essential Mix op BBC Radio 1. Daaropvolgend heb ik van 1998 tot 2006 als dj de hele wereld overgevlogen en heb ik in bijna alle grote clubs van de wereld gestaan. Dat is echt bijzonder.”
Pointers
“Ik ben in mijn carrière veel verschillende mensen tegengekomen die mij pointers hebben gegeven. Een mentor hebben, zoals dat nu gaat, was in mijn tijd echter niet aan de orde. Ik heb alles wat met muziek heeft te maken als een soort timmermansleerling geleerd: ik liep met de mensen mee. In mijn geval was dat nadat ik Quadrophonia heb uitgebracht en al de hele wereld over had gevlogen.”
“In Nederland betekent een hit niet dat je dan automatisch overal kunt draaien. Ik ben dus gewoon achteraan in de rij aangeschoven en heb meegekeken over de schouders van verschillende mensen in bijvoorbeeld Club Carrera en Nighttown. Ik heb geduldig gewacht tot ik mijn eigen kans kreeg. Dat was overigens niet altijd even makkelijk, want men had zoiets van: ‘Jij hebt al grote hits gescoord, nu zijn wij aan de beurt’. Gelukkig gaven Ron en Willem me wel de kans en die heb ik met beide handen gegrepen.”
Dit interview met Lucien Foort is oorspronkelijk in februari 2017 op DJMag.nl gepubliceerd.