This post is also available in: English (Engels)
Houselegende Paul Oakenfold droomt van het starten van de Amerikaanse dancerevolutie
‘Deep house is the next big thing’

Paul Oakenfold (49) is een man van weinig woorden. Dat was althans op basis van research de verwachting toen ik hem uitgebreid in Amsterdam kreeg te spreken. Het tegendeel blijkt waar: hij is vriendelijk en toegankelijk, nog altijd enorm bevlogen en zoekt naarstig naar nieuwe muzikale uitdagingen. Die uitdaging ligt vooral in de Verenigde Staten waar de Brit al jaren woont. “Elektronische dansmuziek staat daar nog in de kinderschoenen. Mainstream viert daar hoogtij, pas daarna volgt de verdieping.”
Om het ijs te breken, legt ik deze pionier uit de dance scene een aantal dilemma’s voor. Europa of the States? Gedecideerd steekt Oakenfold van wal: “Als het om muziek gaat, kies ik altijd voor Europa. Europeanen staan meer open voor nieuwe muziek, zijn creatiever en meer ‘cutting edge’. En er zijn veel betere radiostations!”
“Ik mis de bezoekjes aan platenzaken"
Met een muzikant als vader groeide Paul op met diverse muziekgenres. Vooral bands hadden zijn interesse. Nadat hij in het underground circuit – op zogenoemde illegale M25 raves in Londen – begon te draaien, belandde hij al snel als producer bij gerenommeerde bands als The Cure, Culture Beat, de Red Hot Chilli Peppers en U2. Uit die tijd komt ook zijn voorliefde voor Run DMC en Public Enemy voort. Mijn persoonlijke held werd hij met zijn ongekend geweldige remix van ‘Unfinished Sympathy’ van Massive Attack. Hiermee geconfronteerd, beginnen zijn ogen genoeglijk te gloeien waarmee naadloos het volgende dilemma wordt ingeleid: vinyl of digitaal? Zonder een seconde twijfel: “Vinyl! Vinyl heeft een warme sound, de kraakjes geven wat extra’s.” Mijmerend: “Ik mis de bezoekjes aan platenzaken, achterin de zaak staan, wachten tot je een track kon beluisteren. Amsterdam heeft trouwens de beste platenzaak ter wereld. Welke? Ja, dat pareltje houd ik natuurlijk lekker voor mezelf. Je komt er de uitzonderlijkste exemplaren tegen. Ik fietste op een dag door Amsterdam en vond bij die geweldige zaak een bootleg van een show die ik met Madonna heb gedaan. Een gast uit Napels had het opgenomen en geperst op vinyl en ik liep er tegenaan. Ongelooflijk. Uiteindelijk heb ik ‘m Madonna cadeau gedaan.”
Oldskool platen
Later in het gesprek illustreert hij nogmaals op weergaloze wijze zijn niet aflatende liefde voor oldskool platen. “Toen ik vanuit Londen naar Los Angeles verhuisde, heb ik al mijn vinyl keurig in dozen ingepakt, deze nauwkeurig gelabeld en die informatie op een lijst verzameld. Dat briefje zocht ik natuurlijk toen ik alles weer uit wilde pakken en, je ziet de bui al hangen, het was kwijt. Hmm, tja, wat te doen? Dan maar één voor één alles uitpakken en opnieuw gaan indelen. Ik ben echter nooit verder dan de derde doos van de tweehonderdvijftig(!) gekomen. Telkens stuitte ik weer op een track waarvan ik was vergeten dat ik hem heb en wilde hem even horen. En toen nog één en nog één …”

"Ik mis de soul"
On tour draait hij nauwelijks meer vinyl. “Ik heb echt respect voor Sven Väth. Hij draait al dertig jaar grotendeels met platen. Ik vind het persoonlijk qua reizen tegenwoordig toch wel relaxed om met usb-sticks te werken. Scheelt een hoop gesjouw. Het nadeel van digitaal is dat er elke dag duizenden tracks worden uitgebracht. Het zoeken van muziek voelt klinisch. Ik mis de soul.” Dat onderstreept meteen hoe de grondlegger van de dance het verschil tussen de dance generatie van heden en de ‘hippies van de jaren negentig’ ziet: “De huidige generatie wil alles nu, direct. Dat heeft niets meer met muziek te maken.” Overigens verlangt hij niet terug naar tijden van weleer. Hij omarmt verandering, het houdt hem levend. Met een big smile: “Ik heb het hoogstens in de pub met mijn maten nog wel eens over vroeger. Liggen we helemaal in een deuk over die tijd dat ik van het podium viel of zo.”
Tussen produceren en dj-en kan Paul niet kiezen.“Ze zijn beide buitengewoon speciaal. Het is heerlijk om met een blanco canvas in de studio aan het werk te gaan en er helemaal opgewonden uit te komen met het gevoel: ‘This is it! Nu hebben we een diamant in handen’. Die momentopname, dat gevoel, is onbeschrijflijk.”
Droom
Op 9 augustus komt Paul’s nieuwe dubbelaar We Are Planet Perfecto, Vol. 3 – Vegas To Ibiza op zijn eigen label Perfecto Records uit. Welke van deze schijfjes heeft zijn voorkeur? “Ik heb geen voorkeur. Ik heb wel een sterke mening over het verschil tussen de twee; dat is het tempo. Ze vormen samen een reis. Ik begin met een sound die populair is in Amerika – ze beginnen daar net met house – en ik eindig op cd 2 met een in Europa meer gewaardeerde sound.” Hij staat te popelen om in de VS aan de slag te gaan en house naar een ander niveau te tillen. Zijn droom is er een band cq act te vinden zoals de Chemical Brothers, Underworld, Prodigy of Fat Boy Slim, die een brug slaat tussen dance en andere genres. “Dat heb ik in Amerika nog niet gezien. Ook is er nog geen grote Amerikaanse dj opgestaan, ik ben er nog geen Armin van Buuren tegengekomen. Europese dj’s domineren nog steeds de scene. Een nieuwe act, dat is wat Amerika nodig heeft.” Overigens heeft hij een duidelijk idee over hoe house zich in het algemeen op korte termijn zal ontwikkelen: “Deep house is the next big thing.”

Chefkok
Het gehele jaar door reist Paul de hele wereld over. Alleen in januari en februari is hij steevast thuis in the city of angels. Daar ligt zijn interesse op dit moment bij het luisteren naar soundtracks van films en zit hij veel in de studio. Daarnaast houdt hij thuis geen pool parties maar verzamelt hij graag gelijkgestemde geesten om zich heen in denktanks. Of hij, die zelf overigens chef-kok in de haute cuisine is, dan zelf kookt? “Nee, dan huur ik catering in.” Heel veel over zijn privéleven laat hij niet los. “Ik ben zoveel onderweg en deel al zo’n groot stuk van mijn persoonlijke leven, dat ik thuis nodig heb om alleen op mezelf tot rust te komen.” Wel wil hij kwijt wat hij vanavond zou doen als de wereld morgen zou vergaan. “Natuurlijk ben ik dan bij mijn familie en vrienden.” Met een grijns: “En ik word waarschijnlijk stomdronken.”
Dat hij niet vies is van een feestje komt ook tot uitdrukking als hij gekscherend vertelt hoe hij fit blijft, gezien het feit dat hij op 30 augustus de vijftig aantikt en zijn bestaan nu eenmaal geen negen tot vijf baan behelst. Breeduit lachend: “Gewoon veel bier drinken.” Dan serieus en gepassioneerd: “Ik slik veel vitamines. Vooral vitamine D, die heeft iedereen nodig. Daarmee voeg je jaren aan je leven toe. Net als veel slapen. Dan geef je je lichaam de tijd om te herstellen. Dj-en is hard werken maar gelukkig weet ik zelf hoe ver ik kan gaan. Ik weet mijn ‘cut off point’. En hoewel ik slecht slaap in een vliegtuig, probeer ik onderweg toch altijd een paar uurtjes mee te pikken.”
Stoned
Een van de eerste keren dat hij in Nederland was, begin jaren negentig, opende hij voor Primal Scream in poptempel Paradiso. Van te voren besloot hij een fietstochtje te maken en onderweg – hoe kan het ook anders? – naar een coffeeshop te gaan. “Ik nam twee hijsjes van een joint en was knetterstoned. Toen ik verder fietste, raakte ik dus volkomen de weg kwijt; ik wist niet eens meer in welk hotel ik verbleef. Met veel moeite heb ik het toch gevonden en snel een dutje gedaan voor mijn optreden die avond. De bandleden van Primal Scream hadden dat overduidelijk niet gedaan en stonden zo stoned als een garnaal op de buhne. Ik snap nog steeds niet hoe ze dat optreden voor elkaar hebben gekregen.” Bij de gedacht aan Amsterdam komen warme gevoelens bij hem boven. “Ik heb geweldige momenten in die stad meegemaakt.”
Grammy
Een grote opsteker zijn de drie nominaties voor de Amerikaanse Grammy Awards: voor zijn Creamfields compilatie in 2004, zijn artiestenalbum ‘A Lively Mind‘ in 2007 en opnieuw in 2009 voor het producerswerk voor Madonna. “Ik heb echt respect voor de Grammy’s. Ze erkennen elektronische dance muziek. Daar kunnen de Britten nog wat van leren!” Verontwaardigd: “Terwijl Groot-Brittanie de bakermat van de house is, bestaat daar geen enkele erkenning voor het genre. Wel voor reggae, ska, indie. Maar op het gebied van dansmuziek is er geen respect voor de eigen mensen. Dat vind ik in Nederland geweldig. Jullie zijn gek met jullie dj’s, ze worden op handen gedragen. In Engeland ontbreekt dat op alle fronten.”